Dief

        D i e f

Jij hebt van mij gestolen,
mijn juweeltjes glanzend mooi.
Geen geld, geen kleed, geen beeld,
alleen mijn hartentooi.

Alles van mijn moeder;
Mijn oma’s mooie speld,
die ik niet wilde missen,
voor niets, ook voor geen geld.

Je nam haar schitterringen,
Zonder vraag, zonder berouw
Zij zullen nooit meer zeggen :
“kind ik hou van jou”.

Zij waren steeds mijn kleinnood.
Jij nam ze ongestraft.
In mijn stoutste dromen,
heb ik jou vaak neergeblaft.

Ik weet ik mag niet doden
En ik moet vergeten met de tijd
Maar door jouw drieste rooftocht
ben ik de beroering van mijn liefsten kwijt.

Ria Pauwels

Dorpsdichteres Essen